Wat is sociale innovatie?
De AWT (Adviesraad voor wetenschaps- en technologiebeleid) beschouwt sociale innovatie als een verzamelnaam voor hedendaagse initiatie- ven van mensen en organisaties gericht op innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Sociale innovatie begint bij personen en organisaties die een maatschappelijke probleem zien en het plan opvatten er iets aan te doen. Dat kan uit- groeien tot een breed initiatief van diverse partijen en personen, denk aan burgers, ondernemers en wetenschappers. Het kan om lokale initiatieven gaan, maar ook om complexe samenwerkingsverbanden op nationaal of internationaal niveau.
Adviesvraag
De belangstelling voor sociale innovatie groeit wereldwijd (voorlopers zijn het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Australië) en de verwachtingen zijn hoog. De ministeries van OCW en van EZ hebben de AWT daarom om advies gevraagd: Wat moet er precies worden verstaan onder sociale innovatie en heeft de overheid hierin een rol te vervullen?
Sociale innovatie in Nederland en andere landen
De AWT beschrijft in dit advies hoe het beleid en het debat over sociale innovatie in Ne- derland in achterliggende jaren grotendeels gericht geweest is op sociale innovatie in de zin van vernieuwingen van werkprocessen in organisaties (slimmer werken). Werkplaats- innovatie is van groot belang voor het bevorderen van de innovatiekracht, de doelmatig- heid en het concurrentievermogen van bedrijven en organisaties. Echter, het gelijkstellen van sociale innovatie aan werkplaatsinnovatie zorgt er in Nederland voor dat andere ver- schijningsvormen nauwelijks beleidsaandacht krijgen. In de EU en in landen als het Ver- enigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Australië kent het begrip sociale innovatie een veel bredere beleidsinvulling. Daar horen ook processen en activiteiten bij die in Neder- land onder de doe-democratie vallen of andere benamingen zoals burgerinitiatieven, zelforganisaties, sociale ondernemingen en sociale infrastructuur.
Concluderend: kansen van sociale innovatie zijn beter te benutten
De AWT concludeert in dit advies dat sociale innovatie in deze brede betekenis volop kansen biedt voor de Nederlandse maatschappij en economie. Er bestaan, ook in andere landen, hoge verwachtingen over de effecten van sociale innovatie, al zijn deze voorals- nog nog niet duidelijk genoeg in kaart gebracht. Wel is het evident dat sociale innovatie zorgt voor dynamiek, betrokkenheid, experimenteerdrift, nieuwe vormen van onderne- mersgedrag en innovatieve verdienmodellen. Het perspectief van sociale innovatie vormt dan ook een belangrijke aanvulling op de huidige politieke discours over de doe-demo- cratie en de participatiesamenleving. Sociale innovatie verwijst naar participatievormen die tot op heden onderbelicht blijven in dit debat: innovatieve, creatieve vormen van maatschappelijk initiatief. Dit zijn in feite bijzondere vormen van wat in het dominante
5 De kracht van sociale innovatie
economische discours onder innovatie wordt begrepen. Het bijzondere eraan is dat ze tot stand komen in netwerken van individuen en organisaties, ook buiten bedrijven en de economische arena om, en gericht zijn op maatschappelijke doelen, naast en boven, financieel rendement.
Actieve overheidsrol gewenst: agenderen en faciliteren
De raad adviseert de overheid om een actieve rol te vervullen inzake sociale innovatie om zodoende de waarde ervan voor de maatschappij beter te kunnen vaststellen en be- nutten. De overheid start hierin niet bij nul. Nederlands overheidsbeleid richt zich al de- cennialang op het bieden van ruimte voor maatschappelijk initiatief, op het regelen van zaken via ‘de polder’. Het ontbreekt in Nederland echter wel aan aandacht voor het thema sociale innovatie in de brede, Europese betekenis van het woord. Ook is er geen integrale inbedding van sociale innovatie in het innovatie- en kennisbeleid. De redenen voor overheidsinterventie gericht op het bevorderen van innovatie is ook van toepassing op sociale innovatie: de creatie van publieke waarde in combinatie met marktfalen. Lan- den die voorop lopen met aandacht voor sociale innovatie kennen wel een richtinggevende en stimulerende strategie. Zij werken hieraan door middel van de opbouw van infrastructuur en financieringsmogelijkheden voor sociale innovatie.
Deze conclusies leiden tot drie aanbevelingen aan (de gezamenlijke) ministeries, de provincies en aan gemeenten:
Aanbeveling 1: Adopteer en agendeer sociale innovatie
Agendeer sociale innovatie: maak het steunen ervan tot expliciet onderdeel van het overheidsbeleid gericht op het stimuleren van de participatiesamenleving. Adopteer hier- bij de, in het beleid van de Europa Commissie en wereldwijd, gangbare omschrijving van sociale innovatie. Verruim hiertoe de Nederlandse definitie (werkplaatsinnovatie) en sluit aan bij het Europese discours en Europees beleid. Werk interdepartementaal, zoek inten- sieve samenwerking met maatschappelijke partijen. Benut sociale innovatie waar moge- lijk in de aanpak van maatschappelijke uitdagingen via de topsectoren.
Aanbeveling 2: Geef ruimte aan sociale innovatie
Creëer omgevingen waarin organisaties en netwerken kunnen experimenteren met nieuwe oplossingen voor sociale vraagstukken. Werk bijvoorbeeld met regelluwe ruimtes en met deals. Werk aan een meer open overheidscultuur. Ga als gemeente, provincie of ministerie bij elk op te starten beleidstraject na of en hoe het steunen of stimuleren van sociale innovatie een effectief beleidsinstrument kan zijn. Bied als rijksoverheid steun aan gemeentes, professionals en individuen bij het ontwikkelen van het hiertoe beno- digde probleemoplossende vermogen.
Aanbeveling 3: Stimuleer sociale innovatie via het innovatie- en kennisbeleid
Geef sociale innovatie een plaats in het innovatie- en kennisbeleid. Zo kan sociale inno- vatie worden versneld en beter benut worden voor maatschappelijke doeleinden. De
6 De kracht van sociale innovatie
AWT beschrijft zes concrete stappen, die de opdrachtgevers voor dit advies, de ministe- ries van EZ en OCW, kunnen zetten:
- Werk aan infrastructuur voor sociale innovatie. Bouw landelijke platforms op rond een aantal geagendeerde maatschappelijke uitdagingen. Doe dit vanuit al bestaande parti- culiere initiatieven en organisaties. De taak van deze platforms is het stimuleren van sociale innovatie rond maatschappelijke thema’s. Zij werken op basis van publieke en private bijdragen.
- Streef naar verruiming van het innovatiebeleid tot buiten het bedrijvenbeleid. Door- denk het innovatiebeleid vanuit het idee dat ook innoverende actoren buiten bedrij- ven een doelgroep ervan zouden moeten zijn. Namelijk in die situaties waarin innovaties publieke waarde kunnen creëren, maar waarin de markt faalt. Onderzoek de mogelijkheden die er voor de toekomst zijn om innovatie buiten bedrijven te steunen. Denk aan een belastingaftrek voor personen en organisaties die sociaal in- noveren en een stimuleringsregeling voor divers samengestelde netwerken.
- Stem intussen het bestaande bedrijvenbeleid af op sociale innovatie. Maak hiertoe in het topsectorenbeleid ruimte voor samenwerking met andere dan kennisinstellingen. Zoek manieren om innovatieprojecten met elementen van sociale innovatie die al passen in het bestaande beleid, voorrang te geven bij het verlenen van steun. Zoek expliciete prikkels die cross-over projecten tussen topsectoren stimuleren.
- Zorg voor kennisbeleid rond sociale innovatie. Zet sociale innovatie op de kennis- en in- novatieagenda’s die richting geven aan de onderzoeksplanning van de overheid. Moedig kennisinstituten aan om kennis te ontwikkelen rond sociale innovatie. Geef opdracht om het veld van sociale innovatie te monitoren als aanzet tot kennisontwikkeling.
- Geef voorrang aan multidisciplinair onderzoek. Steun hiertoe partijen als de VSNU, de KNAW en het NWO in vervolgstappen op weg naar een innovatieve werkwijze in de Nederlandse wetenschap. Vraag KNAW en NWO om aandacht voor het bijeen- brengen van wetenschappers uit alfa, bèta en gamma richtingen gericht op samen- werking aan onderzoek naar maatschappelijke uitdagingen. Vraag NWO om in haar programma’s meer prioriteit te geven aan multidisciplinair onderzoek. De uitdaging voor de wetenschap is immers om ook zélf innovatief te werk te gaan en samenwer- king te zoeken met bedrijven, gebruikers of andere geïnteresseerden.
- Werk samen met andere landen. Met het Verenigd Koninkrijk, maar ook bijvoor- beeld met België (Vlaanderen). Daar is onlangs de Sociale Innovatiefabriek van start gegaan. Doel is het opbouwen van een cultuur rond sociale innovatie in Vlaanderen. Nederland kan actief de samenwerking zoeken met vertegenwoordigers van dit initi- atief.
Dowload hier het hele rapport (pdf.